Raakt Nederland zijn maakindustrie kwijt? ‘Wakker worden!
De Nederlandse maakindustrie, ooit de motor van de economie én internationaal geroemd om haar hoogwaardige productie, staat volgens Dick Theisens, directeur van Symbol, onder zware druk.
De Nederlandse maakindustrie, ooit de motor van de economie én internationaal geroemd om haar hoogwaardige productie, staat volgens Dick Theisens, directeur van Symbol, onder zware druk.
De Nederlandse maakindustrie, ooit de motor van de economie én internationaal geroemd om haar hoogwaardige productie, staat volgens Dick Theisens, directeur van Symbol, onder zware druk. In een opiniestuk op Consultancy.nl waarschuwt Theisens dat de sector in rap tempo terrein verliest aan het buitenland, met alle gevolgen van dien voor werkgelegenheid, technologische know-how en de strategische positie van Nederland als exportland. Volgens hem is er sprake van drie primaire oorzaken: toenemende uitbesteding, hoge kosten en vergrijzing.
Uitbesteding en kosten als grote uitdagingen
Theisens stelt dat veel Nederlandse maakbedrijven ervoor kiezen om productieprocessen te verplaatsen naar landen met lagere productiekosten, zoals in Midden- en Oost-Europa of zelfs verder weg in Azië. Door Nederland te zien als eindassemblageplek, verliezen we niet alleen waardevolle werkgelegenheid, maar raakt ook onmisbare technische kennis en productiecapaciteit (denk aan gespecialiseerde machinebouw of geavanceerde metaalbewerking) geleidelijk aan uit ons land. Ondertussen stijgen de loonkosten in Nederland nog altijd sneller dan elders in Europa. Om concurrerend te blijven, zoeken veel ondernemers naar goedkopere alternatieven, met als gevolg dat de thuismarkt verschraalt.
Daarnaast wijst Theisens op andere kostendrukkers, zoals energieprijzen, strengere milieu- en veiligheidsvoorschriften en de noodzaak om steeds meer te investeren in digitalisering en automatisering. Dat dwingt kleinere spelers soms tot een keuze tussen investeren in innovatie of hun marges op peil houden, wat de dynamiek in de sector negatief beïnvloedt. “Wie niet kan investeren in slimme maakprocessen of geautomatiseerde productielijnen, kan al snel niet mee in de keten van internationale toeleveranciers,” aldus Theisens.
Vergrijzing en de dreiging van kennisverlies
Een tweede zorg is de vergrijzing binnen de beroepsbevolking in de maakindustrie. Bedrijven kampen met een snel uitstroomende generatie 55-plussers die, eenmaal met pensioen, hun ervaring en vakmanschap meenemen, terwijl er te weinig jonge vakmensen instromen om hen op te volgen. Technische opleidingen slagen er niet altijd in om genoeg gediplomeerden af te leveren, en het imago van de maaksector – ‘stoffig’, ‘hard werken in lawaaiige hallen’ – schrikt jongeren soms af. Daardoor ontstaat een gat in de arbeidsmarkt waar cruciale vakkennis niet tijdig kan worden overgedragen.
Theisens pleit daarom voor een breed gedragen aanpak waarbij overheid, onderwijs en bedrijfsleven de handen ineenslaan. “Het is zaak dat we jonge mensen inspireren en laten zien dat de maakindustrie áán zet. Met innovatieve projecten rondom slimme productielijnen, circulaire productietechnieken en digitalisering kunnen we een aantrekkelijk perspectief bieden,” aldus Theisens. Hij roept op tot meer praktijkgericht onderwijs, betere samenwerking tussen mbo/hbo-instellingen en toeleveranciers, en financiële prikkels voor mkb-bedrijven om te investeren in opleidingsprogramma’s voor leer-werktrajecten.
Samenwerking als sleutel tot toekomstbestendigheid
Volgens Theisens is het niet genoeg dat individuele bedrijven nieuwe machines aanschaffen of hun processen optimaliseren. Er moet een landelijk netwerk ontstaan waarin kennisdeling de norm is: van brancheverenigingen die innovatieve cases presenteren tot innovatiecentra waar mkb-ondernemers gezamenlijk kunnen experimenteren met nieuwe productietechnieken. Hij verwijst naar inspirerende voorbeelden in Duitsland, waar regionale ‘Mittelstand’-campussen mkb’ers ondersteunen bij R&D en inkoopcollectieven helpen om samen schaalvoordelen te bereiken.
De oproep van Theisens is dan ook helder: “Wakker worden, Nederland. Als we nu niets doen, verliezen we binnen vijf tot tien jaar onherstelbaar veel capaciteit. Dat betekent vacatures die niet ingevuld worden, kennis die onvervangbaar verloren gaat en uiteindelijk een verdunning van ons economische fundament.” Met deze waarschuwing onderstreept hij dat de Nederlandse maakindustrie niet alleen kan overleven op haar verleden van hoogwaardige productie, maar nu kiest voor een toekomst waarin samenwerking, digitalisering en investeringen in vakmanschap centraal staan.
Lees het originele stuk op Consultancy.nl
Val op in onze zoekfunctie en plaats een uitgelichte vacature. Opvallen is niet duur en levert veel meer reacties op dan een gratis vacature.
Uitgelichte vacature plaatsenDagelijks zijn er werkzoekenden op zoek naar een nieuwe uitdaging. Het plaatsen van vacature is volledig gratis en doe je eenvoudig via het invulformulier.
Gratis vacature plaatsen