Het zelfbewustzijn van de sector is toegenomen
Na acht jaar treedt voorzitter Doekle Terpstra af. In een interview met Energeia blikt hij terug op de transformatie die de Nederlandse technische sector sinds zijn aantreden heeft doorgemaakt.
Na acht jaar treedt voorzitter Doekle Terpstra af. In een interview met Energeia blikt hij terug op de transformatie die de Nederlandse technische sector sinds zijn aantreden heeft doorgemaakt.
Na acht jaar treedt voorzitter Doekle Terpstra af. In een interview met Energeia blikt hij terug op zijn periode en de transformatie die de Nederlandse technische sector sinds zijn aantreden heeft doorgemaakt. Volgens Terpstra is het “zelfbewustzijn binnen de sector exponentieel toegenomen”, wat zich heeft vertaald in meer invloed richting overheid, grotere investeringen in scholing, én een sterke focus op verduurzaming en automatisering.
Van louter belangenbehartiging naar strategische partner
Toen Terpstra in 2017 aantrad, worstelde de branchevereniging volgens hem nog met het neerzetten van een eenduidige missie. Er waren verschillende actoren (van metaalbewerkers tot installatiebedrijven) met uiteenlopende wensen, waardoor het lastiger was om een gezamenlijke stem te laten horen. “Mensen in de techniek hielden er vaak een bescheiden houding op na; we deden ons werk liever dan erover te praten,” herinnert Terpstra zich. Onder zijn leiding transformeerde Techniek Nederland van belangenbehartiger naar strategisch sparringpartner van kabinet en EU.
Een voorbeeld daarvan is de lobby voor extra investeringen in technisch onderwijs. Terpstra zette in op een generatieakkoord met ministeries van OCW en EZK, waardoor mbo-scholen en technische hogescholen extra middelen kregen voor praktijklabs, stagebeurzen en docentenopleidingen. Hierdoor kon het aantal technische mbo-studenten in de periode 2017–2024 met 18% toenemen, aldus Terpstra, en steeg de aansluiting op de arbeidsmarkt met help gekregen leertrajecten aanzienlijk. Dit heeft bijgedragen aan het terugdringen van het nijpende personeelstekort in de installatie- en metaalbranche.
Slimme maakprocessen en verduurzaming onder de loep
Een tweede aandachtspunt was het stimuleren van slimme maakprocessen en circulaire initiatieven. Techniek Nederland organiseerde meerdere landelijk trekkerprojecten, waaronder pilots voor circulaire kunststofrecycling en gezamenlijke inkoop van cobots voor mkb-bedrijven. Terpstra benadrukt dat zo’n aanpak niet alleen voordelen voor individuele bedrijven opleverde, maar ook voor het imago van de sector als innovatieve motor. “We lieten zien dat je in de maakindustrie niet ‘ouderwets’ hoeft te zijn. Door digitalisering, realtime monitoring en circulaire businessmodellen verdien je uiteindelijk meer en draag je bij aan klimaatdoelstellingen.”
Dit signaleren van kansen leidde er ook toe dat Techniek Nederland een voortrekkersrol nam bij het bepalen van CO₂-emissienormen voor toeleveranciers. In 2023 stelde de vereniging samen met TNO en het ministerie van EZK een routekaart op waarin wordt beschreven hoe maakbedrijven vóór 2030 minstens 50% van hun energie uit hernieuwbare bronnen moeten betrekken. Op dit moment zit meer dan 30% van de aangesloten bedrijven op dat pad, stelt Terpstra.
Samenwerkingsverbanden en kennisdeling als fundament
Onder Terpstra groeide Techniek Nederland nadrukkelijk als een netwerkorganisatie. Hij noemt de oprichting van regionale kennis- en innovatiecentra, zoals het platform in Zuid-Holland voor hightech toeleveranciers, als een van de successen. Ook zijn er meerdere interregionale hubs tot stand gekomen, waarin mkb-bedrijven, universiteiten en hogescholen gezamenlijk kleinschalige proeftuinen inrichten voor nieuwe technologieën, van kunstmatige intelligentie voor kwaliteitscontrole tot 3D-metallurgy.
Terpstra: “Als bedrijven zien dat collega’s in dezelfde regio succesvol zijn met een bepaalde technologie, wordt de stap om zelf te investeren veel kleiner. Die deelingeconomie en kennisdeling is goud waard.” Hij vergelijkt het met het Duitse Mittelstand-model, waarin je vanuit kleine clusters de concurrentie aangaat met grote internationale spelers. “In Nederland kan dat ook, maar dan moeten we blijven samenwerken, onze verhalen delen en vooral blijven investeren in talent.”
Kijk op de toekomst
Aan zijn opvolger de taak om deze impuls vast te houden, aldus Terpstra. De ambities liggen hoog: het verder verankeren van AI-toepassingen in productieprocessen, zorgen voor voldoende technisch personeel via duale opleidingen, en het helpen van mkb’ers om ‘groener’ te produceren zonder hun concurrentiepositie te verliezen. “De Nederlandse maakindustrie heeft bewezen dat ze zich snel kan aanpassen. Maar still staan we voor grote uitdagingen: internationale concurrentie, snelle technologische veranderingen en strengere duurzaamheidseisen. Het is belangrijk dat de nieuwe voorzitter die vaart erin houdt.”
Met Terpstra’s vertrek verliest de technische sector een bevlogen pleitbezorger. Zijn nalatenschap is echter zichtbaar in de verbeterde positie van maakbedrijven, de versterkte lobbykracht én de vele kennisnetwerken die hij hielp opzetten. Of de volgende generatie deze successen voortzet, zal afhangen van de bereidheid van bedrijven en overheid om blijvend in innovatie en vakmanschap te investeren.
Val op in onze zoekfunctie en plaats een uitgelichte vacature. Opvallen is niet duur en levert veel meer reacties op dan een gratis vacature.
Uitgelichte vacature plaatsenDagelijks zijn er werkzoekenden op zoek naar een nieuwe uitdaging. Het plaatsen van vacature is volledig gratis en doe je eenvoudig via het invulformulier.
Gratis vacature plaatsen